RAW Basics : Gamma Correctie, hoe reageert een camera op licht ?
De sensor in een digitale camera reageert anders op licht dan het menselijk oog. Daarom moet er nog de nodige correctie worden doorgevoerd om het met onze werkelijkheid te laten stroken.
Dit verschil ontstaat door de 'andere' wijze waarop een sensor met licht omgaat. Dit gebeurt lineair : een verdubbeling van het licht zorgt voor een verdubbeling van het signaal. Een halvering van het licht zorgt voor een halvering van het signaal. Dit is ook de reden waarom een hedendaagse sensor niet echt overweg kan met al te grote contrasten. Een contrastratio van 1:250 (ongeveer 8 stops voor de fotografen onder ons..) is wel het uiterste wat uit een sensor kan worden gepuurd. Dit is tevens een 'fysiek elektrische" beperking: de sensor kan niet onbeperkt een signaal afgeven. Bij een gegeven hoeveelheid licht wordt het maximale signaal afgegeven. Ga je daar nog boven, dan blijft het signaal hetzelfde. We noemen dit "clippen" naar het Engelse woord 'to clip' wat afsnijden betekent. Clippen van een elektrisch signaal in de fotografische context betekent dus dat er geen verschil meer wordt gezien tussen de helderste delen en de iets minder heldere delen, met als resultaat dat er geen doortekening meer is in deze heldere delen. Alles wordt dan egaal wit en dat is niet echt mooi te noemen. Hier komen we zeker nog op terug..
Het menselijk oog, onze partner in crime...
Het menselijk oog reageert heel anders op een toename van de lichthoeveelheid, met name via een sterke curve. Ons oog registreert kleine verschillen in lichtintensiteit extreem goed, als de totale hoeveelheid licht heel weinig is. M.a.w. als het donker is, hebben we aan een heel klein beetje licht genoeg om behoorlijk veel te kunnen zien. Naarmate de lichtintensiteit verhoogt, wordt deze gevoeligheid beduidend minder. Bij zeer hoge lichten, zoals buiten op een zomerdag, reageren we heel zwak op lichtverschillen. Een zuivere halvering van het licht (wanneer bv. een wolk voor de zon komt), ervaren wij absoluut niet als een 'grote' vermindering.
Het resultaat is, dat we een ongecorrigeerd digitaal beeld, dus een foto die nog lineair opgebouwd is, als veel te donker ervaren. Alleen de helderste delen kloppen, want die zijn wit, maar alles tussen wit en zwart is veel te donker voor onze ogen. Om die foto er 'normaal' te laten uitzien, moeten we er dus een helderheidscurve op toepassen. Dit heet "Gammacorrectie".